--

De tijd hield stil

‘Volgens mij mis je je werk’ zegt mijn vriend. Ik moet hard lachen. ‘Geloof je het zelf.’ Ik heb inmiddels vier dagen vakantie en loop wat verloren door het huis. Mijn vriend gaat aan het werk en de dag strekt zich als een grote leegte voor me uit. Ik kan alles doen waar ik zin in heb. Alles. Zes dagen geleden, in de hectiek van een drukke werkweek, had ik hier een moord voor gedaan. Even niet te hoeven werken: het klonk als de hemel. En nu is het dan zover. Ik ben bang dat mijn vriend gelijk heeft. Als je werkt hoef je niet na te denken over wat je gaat doen, waarom, hoe laat, hoe lang. Als je vrij bent wel. Hoe diep ben je gezonken als je die vrijheid niet meer aankan? In de loop van de week gaat het beter. Ik maak een wandeling langs Maashaven richting Rijnhaven. Het is een prachtige dag. Waarom zijn alle bankjes leeg? vraag ik me af. Aan het uitzicht kan het niet liggen. En waarom loop ik alsof de duivel me op de hielen zit? Ik hoef nergens naartoe. Ik vertraag. Hoor het water tegen de kade klotsen en zie kinderen spelen op een trap. Ik ga een café binnen en neem plaats in de buurt van twee mensen die opgewonden in gesprek zijn. Het blijken collega’s van elkaar. Het gaat eerst een tijdje over een presentatie die ze net achter de rug hebben. Daarna over een collega die kritiek had op de betreffende presentatie. Uiteraard sloeg de kritiek nergens op. Vervolgens gaat het over een andere collega die überhaupt niet deugt en een veel te belangrijke positie bekleedt. Tenslotte raken ze aan de praat over salarisschalen. De strekking is dat ze een hogere schaal verdienen met het oog op hun unieke kwaliteiten. Ze vinden allebei dat ze heel erg gelijk hebben. Ze knikken voortdurend en zeggen vaak ‘precies’ en ‘inderdaad’. Ik kan ze ongestoord begluren want ze hebben alleen oog voor elkaar en hun eigen verhaal.
Twee weken geleden had ik waarschijnlijk een vergelijkbaar gesprek kunnen voeren. Maar nu lijken de collega’s in het café, marsmannetjes op een onbegrijpelijke missie. Waar hebben ze het over? Waar maken ze zich toch zo druk om?
Op weg naar huis kijk ik naar de glinstering van de zon in het water. Luister naar het geruis van de wind door de bladeren. Ik heb het onder de knie, denk ik. Ik kan zijn, buiten de opgelegde structuren. Maar het is mijn laatste vakantiedag. Had ik zo kunnen zijn als de leegte zich nog maanden voor me uit zou strekken? En, belangrijker nog, is het mogelijk om wat vertraging vast te houden in het leven van alledag?

Vergeet je niet te leven
dacht ik laatst
de tijd hield stil
een adempauze even*

* Fragment uit een gedicht van Kees Hermis, gevonden op http://www.boekgrrls.nl/WoensdagGedichtdag/HermisK.htm

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *