• --

    I was all covered in sound

    Herman* houdt van Schubert. Alles waar geen ‘klassiek’ voor staat is volgens hem geen muziek maar lawaai. Eentonig gebonk. En waarom zo hard? Nog beter dan klassieke muziek is geen muziek: stilte. ‘Jullie verafschuwen de stilte’, verklaart Herman en hij kijkt naar mij. Ik wil iets terugzeggen, maar hij gaat door. ‘Altijd die pokke herrie, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Gebonk en gepiep de hele dag door.’ Ik wil iets terugzeggen, over hoe liefde voor muziek geen afwijzing van de stilte hoeft te zijn, maar ik kan de juiste woorden niet vinden. Dinsdag vind ik ze, de woorden. Het is avond in de stad die hier niet…

  • --

    Rouwverwerking bij de Tabac & Gifts

    Terwijl ik mijn best doe haar niet in het gezicht te schoppen – het kietelt – zegt ze dat ik ‘zo lekker stil ben’. Daarna vertelt ze over alle verhalen die ze van de klanten voor mij heeft gehoord. Een scheiding, een kind dat aan de drugs is, een overleden partner en ga zo maar door. ‘Gisteren ben ik naar buiten gelopen om te kijken of het bordje “pedicure” misschien is vervangen door “psychotherapeut”. Zijn die mensen zo eenzaam? Hebben ze niemand anders om hun ellende mee te delen?’ De pedicure kijkt me vragend aan, terwijl ze met een soort citroenrasp over mijn kleine teen schraapt. ‘Ik weet het niet’…

  • --

    De woorden achter de woorden – leven in een focuswijk

    Luke en Lorelai zijn eindelijk samen – Gilmore Girls seizoen vijf, aflevering zeven. Ze brengen een bezoek aan Emily, Lorelai’s moeder. Dit is het gesprek dat Luke en Lorelai hebben als Emily even naar de keuken is: Luke: You’re acting crazy.Lorelai: She’s insulting you!Luke: No she’s not, your mom’s being great. Lorelai: What? Were you in the room? Did you not hear the awful things she said? Luke: What did she say? Lorelai: Rustic diner, ‘rustic’?Luke: So?Lorelai: Backhand slang for ‘crap pile’ [te vertalen als stapel brandhout /hoop stront]. Luke: Or she was admiring it’s vintage feel. Lorelai: O, what was the other word she used? Luke: Charming? Lorelai: Slang…

  • --

    Bidden in een gymzaal

    Het is een ramp. Een catastrofe. Een teken van God. Huilende mensen. Steunbetuigingen van over de hele wereld. Een wake (dat kan blijkbaar ook voor objecten?). Een reconstructie in de krant, alsof er een massale aanslag is gepleegd. Jean-Claude over de zeik – die wilde de paasmis in de Nôtre Dame bijwonen. Nu moet hij dus een andere kerk op gaan zoeken. Het is een ramp.   We doneren meer wanneer een ramp zich dichtbij huis afspeelt. Meer geld dus aan het herstel van een kerk in Frankrijk, dan aan de hongersnood in Soedan. We geven meer geld wanneer een verslaggever ter plaatse is en dramatische beelden toont. Meer geld…

  • --

    God is groot, maar De Kuip ook

    Wat hardlopen betreft ben ik liever lui dan moe. Wat anderen doen moeten ze zelf weten, zolang ze mij er niet mee lastigvallen. Maar dat doen ze wel. Afgelopen weekend werd de stad belegerd en ingenomen door hardlopers. De gekte begon zaterdag: de kidsmarathon. Kinderen blijken ook al besmet met het sportvirus. Wat is dat toch? Dat heilige moeten als het om gewichten en loopbanden gaat? Die verplichte verantwoording als je er niet aan doet: ik neem altijd de trap in plaats van de lift, ik heb zwakke knieën… Ik herinner me een gesprek met mijn studieadviseur. Ik ging bijna ten onder aan de werkdruk die ik voelde. De studieadviseur…

  • --

    Verder dan hier

    Afgelopen weekend reisde ik naar Amersfoort voor de verjaardag van een vriendin. De dagen erna naar Hellevoetsluis, waar ik werk. Daarna naar Dordrecht, waar ik de katten van mijn ouders verzorgde. Morgen reis ik naar Gelderland, om mijn oma te bezoeken. Mijn oma die zich van plaatsen nauwelijks meer bewust is. Wanneer ik mij verplaats gebeurt dat voor een groot deel ondergronds. Met de metro naar het episch centrum van Rotterdam. De kapsalon. En van daaruit via de uitwaaiende spoorwegen naar plaats van bestemming. Rotterdam is voor mij soms niet meer dan een oneindige stroom mensen op de roltrappen van het metrostation.  Vrijwel al mijn vrienden en familieleden wonen buiten…

  • --

    Hoe ik, ik word

    Kraamvisite. Het makkelijkst is als je alles een beetje gestoord vindt. De inrichting, de koffiemokken, de ouders en natuurlijk de baby zelf. Dat je op de weg naar huis, hoofdschuddend, al die vreemde dingen de revue laat passeren en je je even heel goed kunt voelen over jezelf en je eigen leven. Maar wat als de ouders de liefste ouders zijn die je ooit hebt gezien? Het kind een schoonheid? Het huis fantastisch? Dan heb je een probleem. Met dat probleem werd ik deze week geconfronteerd. De ouders stralen een zacht soort geluk uit. Wat is hun geheim? Ik betrap mezelf op een ongezonde nieuwsgierigheid. Ik neem alles in me…

  • --

    En die tuinkabouter maar grijnzen

    ‘Mevrouw, ik heb een geweldige deal voor u. Dat kleine beetje extra betalen valt in het niet bij de voordelen.’ ‘(…)’ ‘U hebt een inboedelverzekering bij ons. Ik mag u nu een voordelig pakket aanbieden waar ook een buitenshuisverzekering in zit!’ (je kunt hierbij denken aan de outdoor keuken, de tuinmeubels met geïmpregneerde kussens, de pas ingevlogen sinaasappelboompjes). ‘Bedankt, maar ik heb geen interesse. Ik heb alleen een balkon.’ Fout natuurlijk. Ik had het bij ‘geen interesse’ moeten laten. Alles wat je zegt kan tegen je gebruikt worden. ‘Alleen een balkon? Geen probleem. De spullen op balkon en dakterras worden ook gedekt!’ Geweldig. ‘Mevrouw, mijn balkon is een halve meter…

  • --

    Een klein beetje leegte

    Deze week kreeg ik het aanbod om twee dagen per week te gaan vullen met een onderzoek naar de versnelling van onze cultuur. Ik twijfel. Een collega geeft me goed bedoeld advies. ‘Dit kan je gewoon niet laten lopen. Echt een once in a lifetime. En je hebt toch twee dagen over?’ Ik werk drie dagen per week en bevind me in de bevoorrechte positie dat ik daar van rond kan komen. Maar je houdt het niet voor mogelijk hoe vaak ik moet uitleggen waarom ik ‘maar drie dagen werk’ en wat ik dan ‘met al die vrije tijd doe’. Met een volgepropte week van minstens zes dagen werk hoef…

  • --

    Dans tot je de weg weer weet

    Ochtend. Station Rotterdam Blaak. Een vrouw – ik schat haar een jaar of veertig. Ze danst. Het is geen mee knikken met de muziek. Het is dansen. Haar hoofd geeft het ritme aan, haar lichaam volgt. Ik heb het gevoel dat ik haar muziek kan horen, maar dat is niet zo. Ze draagt een koptelefoon. Ze draagt een koptelefoon en ze danst, naast de lift op spoor twee. Ik ontwaar vier soorten reacties bij de omstanders. Eén: vermijding. Ik zie niks, ik loop door. Ik sta sowieso nooit in de buurt van de lift. Twee: hilariteit. Lachen, wijzen, filmen. Drie: openlijke afkeuring. Geschud met hoofden, opgetrokken wenkbrauwen. Ogen die elkaar…