--

Zo overleef je een bezoek aan een nieuwbouwwijk in vijf stappen

Stap 1:
Huur een week van te voren een klein vliegtuigje. Neem een professionele fotograaf mee. Ga boven de betreffende wijk hangen en laat foto’s nemen. Breng de foto’s naar een cartograaf. Hij zal een kaart van de wijk tekenen. Sla deze stap niet over omdat je denkt dat je navigatie hebt – die heb je wel, maar die werkt hier niet. Óf je kunt het adres überhaupt niet invoeren, óf je draait net zo lang rondjes tot je zeker weet dat je in de hel bent beland. Denk niet: ik bel de gastvrouw wel even als we er bijna zijn: ‘oké, zie je die witte huizen? Ja en dan bij die bouwhekken…’ Op eigen houtje zoeken is al helemaal uitgesloten. Alle huizen lijken op elkaar. Je denkt: ik kijk wel even naar binnen, op zoek naar persoonlijke spullen. Een tijdschrift, een boek, een trui over een stoel, een tas op de tafel. Bespaar jezelf de moeite. Persoonlijke spullen zie je tegenwoordig alleen nog in de showrooms van Ikea. Huur dus dat vliegtuig en laat een kaart tekenen.

Stap 2:
Pas je outfit aan. Vergeet die hakjes die zo leuk onder dat jurkje staan. Trek wandelschoenen aan, of nog beter: leen de lieslaarzen van je buurman. Je wordt namelijk geacht een woestijn te doorkruisen voor je bij de voordeur bent. Echt waar – ze kunnen er zo een aflevering van Wie is de mol opnemen. Eén troost: bij de voordeur hadden je hakjes toch uit gemoeten. Vergeet de Carrie Bradshaw discussie ‘this is an outfit’. Ze begrijpen het heus wel, maar weet je wat die vloer heeft gekost?
Lieslaarzen dus. En vergeet ze niet op de mat uit te trekken. Het liefst op de buitenmat als die niet onder een paar kilo zand is verdwenen.

Stap 3:
Blijf knikken en glimlachen. Je gastheer geeft je een korte rondleiding door de wijk. Hij legt uit dat dat rijtje daar voor huurders is bestemd. Daar verwachten ze wel wat overlast van. Mijn advies: knik en glimlach. Of doe eigenlijk maar niet. Ik heb er spijt van dat ik niet gezegd heb: ‘ik ben ook een huurder’ (het schuim der natie?). Of: ‘jij was drie maanden geleden toch ook nog een huurder?’ Maar dan hoor je waarschijnlijk iets in de trant van:  ‘je hebt huurders en je hebt húúrders, als je begrijpt wat ik bedoel…’ Nee eigenlijk niet. Maar als je het gezellig wilt houden (en dat is wel de insteek, toch?): blijf knikken en glimlachen.

Stap 4:
Stel geen vragen. Je gastheer zal je zijn buitenkraan laten zien en je vertellen dat ze die niet in de bouw mee hebben laten nemen, maar later aan hebben laten brengen (dat scheelt algauw honderd euro! Er is net vijf ton verdwenen, maar toch mooi honderd euro uitgespaard!). Vraag tijdens die plechtigheid bij de buitenkraan niet waar ze dat water voor nodig hebben. Het gras is toch van plastic? Maak sowieso geen grappen over dat nep-gras of andere nep-planten. Beaam gewoon dat het super handig is: je hoeft het inderdaad nooit te maaien. En die planten laten inderdaad geen dooie bladeren achter op terras. Vraag niet waarom  ze zo graag werk willen besparen, de natuur willen bedwingen of vergankelijkheid uit willen bannen. Dit is knikken en glimlachen 2.0.

Stap 5:
Denk aan je morele plicht. Als je moet kiezen tussen je morele plicht vervullen of de gezelligheid bewaren, ga dan voor het eerste. Wanneer de gastheer vertelt dat hij zijn vrouw geen moment alleen laat met ‘die gekke Polen’ en al zijn waardevolle spullen verstopt als ze in aantocht zijn, zeg dan gerust: ‘maar “die gekke Polen” mogen wel tegen een bodemprijs je keuken en badkamer fixen.’ Er zal een pijnlijke stilte volgen, maar sommige dingen moet je benoemen voordat ze normaal worden.

Disclaimer:
Het is niet mijn bedoeling om kopers van nieuwbouwhuizen af te zeiken. Je hebt namelijk kopers en je hebt kópers, als je begrijpt wat ik bedoel…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *