--

010 isn’t just a code

010 isn’t just a code staat op de deur van de bovenburen. De mensen van hier antwoorden ‘ik ben een Rotterdammer’ als je vraagt waar hun huis staat. Hier woon je niet in een stad, je bent de stad. Maar kun je ook een Rotterdammer wórden? En zo ja: hoe doe je dat dan? En wanneer weet je: nu ben ik een Rotterdammer?
Toen ik naar Rotterdam verhuisde, ontdekte ik dat alleen in de stad wonen niet genoeg is. Je moet op zijn minst iets van de mentaliteit omarmen. Ik ontdekte ook dat ‘echte Rotterdammers’ je zonder omhaal op je mislukte inburgering wijzen. Op mijn eerste werkdag in Rotterdam werd ik door een van mijn collega’s welkom geheten. Ze vroeg waar ik woonde en in mijn korte antwoord maakte ik maar liefst twee fouten. Misser één: de plek zelf – Rotterdam Zuid. ‘De verkeerde kant van de brug’, leerde ik. Misser twee: ik zei ‘in’ Rotterdam Zuid. ‘Ik ken wel horen dat je niet van hier bent!’. Het is natuurlijk ‘op Zuid’, want Zuid is een eiland, leerde ik. Het gesprek zette zich voort: ‘en kom je hier fulltime werken?’ Ik verkeerde in de veronderstelling dat de vrouw in kwestie – waar ik inmiddels een beetje bang voor was geworden – interesse had in mijn tijdsbesteding. ‘Nee parttime’,  antwoordde ik in al mijn onschuld, ‘ik heb nog twee andere baantjes’. ‘Nou, nou’, antwoordde ze met een zogenaamd waarderende knik. Ik liet verdere uitleg achterwege en dat was geloof ik het eerste wat ik goed deed. Je moet hier geen indruk willen maken en niet denken dat je iets voorstelt. Hoewel dat toen niet zo voelde, geloof ik dat er een groot gelijkheidsprincipe achter deze houding verborgen ligt. De angstaanjagende collega werd uiteindelijk een gewaardeerde collega. Ze bekende zelf ook na enige tijd dat ze eerst dacht dat ik ‘zo’n gestudeerd trutje’ was, maar dat ik ‘uiteindelijk best meeviel.’ Maar of dat betekende dat mijn status van allochtoon werd opgeheven?
Afgelopen week verbleef ik met een vriendin in Antwerpen. Op de terugweg merkte ik dat ik naar huis verlangde. Toen ik door de vettige ruit van de metro naar buiten keek en voorbij Wilhelminaplein langzaam de duisternis uit kroop en de haven in zicht kwam, dacht ik: bijna thuis. Misschien ben ik geen Rotterdammer en misschien word ik het nooit. Maar wat is het fijn om in 010 te wonen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *