--

Word maar nooit volwassen

Het duurt nog even voor de rest zal arriveren. We bekijken vast de slaapzalen, de rijen douches, de steiger achter het huis en het uitzicht over het water. Het huis roept herinneringen op aan schoolkampen. Maar het is er stil, het riet wuift zachtjes in de wind en er vliegen troepen ganzen over. Desondanks gieren de zenuwen door mijn lijf. Het is de eerste keer dat ik tijd door zal brengen met de vrienden van mijn vriend en nog wel een heel weekend. Wat als ze me niet aardig vinden? Of gek misschien wel?  
Mijn zorgen blijken ongegrond. Het huis vult zich al snel met veel mensen, veel eten en veel drank. De witte sofa wordt – ondanks het bordje ‘meubilair niet verplaatsten a.u.b.’- direct de steiger op gesleept, de rode wijn gaat open en de witte sofa verliest al snel zijn oorspronkelijke kleur. Ondertussen sneuvelt het ene glas na het andere en wie als eerste ‘daar gaat de borg’ roept heeft gewonnen. Er zijn geen regels, behalve dat het nooit te vroeg of te laat is voor bier. Soms ontstaat er een plan om iets te gaan doen, maar tegen de tijd dat iedereen gemobiliseerd is, is het museum dicht, de bar gesloten en rolt de aftiteling over het filmscherm. Dat is nooit een probleem – er is eten en er is drank – dus waarom het nest verlaten?
We zijn een aantal jaren verder, maar de jaarlijkse traditie bestaat nog steeds. Afgelopen weekend brachten we samen in de Flevopolder door. De groep is inmiddels flink uitgebreid, niet alleen met geliefden maar ook met kinderen. En hoewel het gevoel van toen altijd weer wordt opgeroepen, is het niet meer hetzelfde. De chocoladevlokken hebben plaatsgemaakt voor drie soorten humus en de kroketten voor een vegan salade van kikkererwten met zoete aardappel (en tahindressing voor de zwangere vrouwen onder ons). De gesprekken worden gedomineerd door eerste stapjes, tandjes en woordjes. Het is magisch om te zien dat al die doorgesjeesde idioten zich nu met liefdevolle toewijding ontfermen over hun kinderen. Dat moeders liedjes zingen, vaders met billendoekjes rondrennen en de niet- of bijna-ouders tot in het oneindige Nijntjes van de grond rapen, teruggeven, oprapen, teruggeven, oprapen, teruggeven, oprapen…  En tegelijkertijd is het zwaar gestoord. Ik bedoel: what the fuck is er gebeurd? Wat is het kantelpunt? Wanneer verander je van een student met wilde plannen om de wereld te redden in een ‘realistische’ volwassene die aan het eind van de maand ‘toch de hypotheek moet betalen’ (kinderen of geen kinderen)? Zijn het kleine stapjes of word je op een dag wakker en denk je: ik wil een vaste baan, een vaste relatie, een eigen huis en twee kinderen?  
Met een vriendin sloot ik na de middelbare school een pact. We spraken af nooit volwassen te worden. Hoewel we het begrip niet definieerde, stond het geloof ik voor vastigheid en herhaling, voor saai, serieus en humorloos. Op iedere verjaardagskaart schreef ze als een soort bezwering: ‘word maar nooit volwassen’. Toen we niet zo lang geleden samen koffie dronken en ik haar nakeek terwijl ze op haar keurige hakjes naar haar werk klikte, vroeg ik me af of het ons wel lukte. En ik bedacht me dat ik al lang geen verjaardagskaart meer had gehad met de woorden ‘word maar nooit volwassen’.

One Comment

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *