--

Verder dan hier

Afgelopen weekend reisde ik naar Amersfoort voor de verjaardag van een vriendin. De dagen erna naar Hellevoetsluis, waar ik werk. Daarna naar Dordrecht, waar ik de katten van mijn ouders verzorgde. Morgen reis ik naar Gelderland, om mijn oma te bezoeken. Mijn oma die zich van plaatsen nauwelijks meer bewust is.
Wanneer ik mij verplaats gebeurt dat voor een groot deel ondergronds. Met de metro naar het episch centrum van Rotterdam. De kapsalon. En van daaruit via de uitwaaiende spoorwegen naar plaats van bestemming. Rotterdam is voor mij soms niet meer dan een oneindige stroom mensen op de roltrappen van het metrostation.  
Vrijwel al mijn vrienden en familieleden wonen buiten Rotterdam.
Mijn sociale leven is geen gemeenschap, maar een verzameling individuen verspreid over het land. Aan een ontmoeting gaat bijna altijd een reis vooraf. En zo zie ik soms weinig van de stad die ik thuis noem.

Deze week sprak ik een oude vrouw, die haar leven heeft doorgebracht op een boerderij. Ze is nooit op vakantie geweest – de koeien konden haar niet missen. Er was een vage herinnering aan een dagje strand. Maar de geur van de koeien en de schommel op het erf stonden haar scherper voor de geest. Ik vroeg haar of het niet saai was. Ze moest lachen en schudde haar hoofd. ‘Wat jullie saai noemen, noem ik rust’, antwoordde ze. En ze staarde mijmerend in de verte.

Alsof hij verder zou willen gaan
dan hier, er een bestemming zou zijn,
ergens een plek waar hij
nog nooit is geweest*

*Bron:
Kopland, R. (1982). Drentse A, deel III [fragment]. In: Dit uitzicht. Amsterdam: Van Oorschot.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *