Terwijl ik mijn best doe haar niet in het gezicht te schoppen – het kietelt – zegt ze dat ik ‘zo lekker stil ben’. Daarna vertelt ze over alle verhalen die ze van de klanten voor mij heeft gehoord. Een scheiding, een kind dat aan de drugs is, een overleden partner en ga zo maar door. ‘Gisteren ben ik naar buiten gelopen om te kijken of het bordje “pedicure” misschien is vervangen door “psychotherapeut”. Zijn die mensen zo eenzaam? Hebben ze niemand anders om hun ellende mee te delen?’ De pedicure kijkt me vragend aan, terwijl ze met een soort citroenrasp over mijn kleine teen schraapt. ‘Ik weet het niet’ piep ik. Ik word afgeleid door die citroenrasp en kan me slecht op de vraag concentreren.
Eenmaal buiten en verlost van het gekietel, komt haar vraag weer boven. Mijn broertje, die ooit in een supermarkt werkte, vertelde dat klanten regelmatig hun levensverhaal met hem deelden. Kort na zijn inwerkperiode ontdekte hij dat er meer van hem werd verwacht dan ‘mayonaise? Tweede pad, rechts.’
Maar gaat dit inderdaad over eenzaamheid? Of is er in onze samenleving te weinig ruimte om stil te staan bij levensvragen?
In de Tabac & Gifts sluit ik aan achter een oudere dame met kort grijs haar. Een man, ik vermoed de eigenaar, komt de rooklounge uit om haar te helpen. Een typische Rick als je het mij vraagt.
‘Ik hou je toch niet van je rokertje af hè?’ vraagt de dame bezorgd. En zonder op antwoord te wachten: ‘ach nee, jij stoomt wel lekker door’. Er komen inderdaad kleine rookwolken achter de kassa vandaan.
‘Sigaren vind ik toch zo lekker ruiken’ gaat de vrouw verder. ‘Sigaretten niet, bah wat stinken die. Maar sigaren…’ Rick mompelt iets onverstaanbaars.
‘Mijn man rookte vroeger ook sigaren. Toen hij overleed heb ik heel lang de gordijnen niet gewassen. Ik wilde zijn geur niet kwijtraken.’ Rick is er even stil van. Of hij weet niet wat hij moet zeggen.
‘Ik heb ze ik weet niet hoe lang niet gewassen, tot het echt niet meer ging. Gek hè?’
Rick bromt wat, de vrouw glimlacht. Na een korte stilte vraagt ze om vijf krasloten, betaalt gepast en verlaat de winkel. Volgende klant.
Misschien is dit geen eenzaamheid. Misschien heeft deze vrouw gewoon geen behoefte aan haar vriendin, die er veel te lang op doorgaat en er de eerstvolgende tien keer op terugkomt. Geen zin in gepsychologiseer – gelul over gecompliceerde rouw (alsof er zoiets als ongecompliceerde rouw bestaat). Misschien wil deze mevrouw alleen even de herinnering aan haar overleden man delen. Even stilstaan bij de betekenis van de geur van sigaren. En misschien verlangt ze niets meer dan iemand die het aanhoort. Iemand die, trekkend aan een sigaar, alleen wat instemmend gebrom laat horen. Ik kan me er best iets bij voorstellen.