--

Brief aan de nachtburgemeester

Een man met een baard vertelt me dat hij bevriend met je is geweest. Lang geleden, maar toch. De doden hebben altijd meer vrienden dan de levenden. Zeker als het beroemdheden waren. Jullie speelden vroeger samen ganzenbord. Ik zie dat niet voor me. Jij met je achterover gekamde haar en je zwarte zonnebril. Met een dobbelsteen gooien en dan je gansje verzetten. Maar ik ken alleen je gedichten, dus wie weet. ‘Deelder’ mompelt hij daarna. ‘Ach, wat weet jij ervan? Allemaal van voor jouw tijd natuurlijk.’ Ik glimlach alleen maar. Wat kan ik zeggen? Ik ben niet bevriend met je geweest.

Maar van alle helden die ik tegenkwam, ben jij me bij gebleven. Van alle wijsheden die over mij zijn uitgestort, wist ik bij die van jou: dit klopt. Van alle woorden die ik heb gehoord, vonden die van jou de weg naar mijn hart.

Nu ben je voorbij. Maar je blijft. In de woorden die je achter liet.
Ik hoop dat Bix op je heeft gewacht aan gene zij.

Soms al dromend
kan ik vliegen
en al vliegend
ben ik vrij


Niets te willen
Niets te weten
Niets te moeten
dan er zijn

J.A. Deelder (begin van het gedicht Vogelvrij uit Dag & Nacht)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *