We gingen twee keer per jaar naar de kerk: met Kerst en met Pasen. De kerk bevond zich in de straat, wat binnen mijn familie geen garantie was om op tijd te komen. De klokken waren altijd al stilgevallen wanneer wij ons naar een lege bank haastten. Ik zweer je dat iedereen naar ons keek en dacht: komen ze twee keer per jaar naar de kerk en dan durven ze nog te laat te komen ook.
Ik had een kinderbijbel en wist dat Jezus met Kerst was geboren en met Pasen uit de dood was opgestaan. We kregen de ‘basisinformatie’ mee, maar werden verder vrijgelaten in wat we wel of niet wilden geloven. Zo hield mijn oudste broer het al snel voor gezien met die estafetteloop naar de kerk.
Ik ben blij met mijn vrijheid. Ik word niet verstikt door religieuze dogma’s, wetten, voorschriften en leiders. Maar soms mis ik de duidelijkheid van een leer en een leider. Al was het maar om er flink tegenaan te schoppen. Al was het maar om te zeggen: ik ben het daar niet mee eens, ik doe het lekker anders. Opgegroeid in een levensbeschouwelijk vacuüm, moet alles bij jezelf vandaan komen en dat valt niet altijd mee.
Misschien mis ik niet eens een leer of een leider, maar meer de ingebouwde momenten van aandacht voor iets wat groter is dan mijzelf. Een hulpmiddel om mij te richten op wat van belang is in het leven, in plaats van zonder na te denken door te klikken naar de volgende film die Netflix speciaal voor mij heeft klaargezet. Als je stil wilt staan bij vragen over het bestaan als mens op deze aarde, zal je die momenten zelf moeten creëren en de discipline op moeten brengen om dat te blijven doen. Kan dat, zonder leer en zonder leider?
De Regel laat er wederom geen onduidelijkheid over bestaan. We zijn schaapjes die een herder nodig hebben. Hoofdstuk twee gaat over ‘de hoedanigheden die een abt moet bezitten’ en werpt daarmee ook licht op ons, de schaapjes. Wij moeten geleid en zo nodig gestraft worden door een vertegenwoordiger van Christus. Die leider moet ons de geboden des Heren duidelijk maken. Dit alles uiteraard voor een hoger doel: het redden van onze ziel. Zonder herder is het onmogelijk om het juiste pad te volgen.
Ook Alain de Botton schrijft over onze behoefte aan leiderschap. We worden geacht volwassen genoeg te zijn ‘om het helemaal alleen uit te zoeken’, maar onze obsessie met vrijheid gaat voorbij aan onze behoefte aan leiding. Die ‘leiding’ kunnen we volgens de Botton echter ook buiten de religieuze kaders vinden: in rolmodellen bijvoorbeeld, of het nu gaat om Mike Boddé, Ahmed Aboutaleb of Jules Deelder. Heiligen of rolmodellen zijn belichamingen van kwaliteiten die we zelf zouden willen koesteren. We hebben er volgens De Botton ‘nog altijd veel aan wanneer we vanbinnen ruimte maken voor de stemmen van mensen die evenwichtiger, moediger en ruimhartiger zijn dan wijzelf (…) dankzij wie we opnieuw kunnen aanknopen bij onze waardigste en belangrijkste mogelijkheden’.*
Leiding van een kerkelijk vader en ingebouwde momenten van gebed of stilte, zijn geen garantie voor leven in aandacht, of een gerichtheid op ‘iets groters’. In het psalmenboekje van mijn moeder staat achterin een hele scheikunderepetitie uitgewerkt. En hoe hard de herder ook zijn best stond te doen op de kansel – mijn oma was tijdens de kerkdienst vooral bezig met de jurken, hoeden en handtassen van de vrouwen om haar heen. Dan is het misschien toch zinvoller om een foto van Jules Deelder in je portemonnee te stoppen.
* Botton, A. de (2013). Religie voor atheïsten. Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact