--

Het middenhandsbeentje van je grootvader

In de bibliotheek blader ik door The 500 Hidden Secrets of Rotterdam. Onder het kopje The 5 most quiet places in town wordt Begraafplaats Crooswijk genoemd. Het zet me aan het denken. Ik heb in Rotterdam nog nooit een begraafplaats bezocht. Als ik op vakantie ben sla ik geen kerkhof over. Waarom daar wel en hier niet? Ik besluit ook hier een begraafplaats te bezoeken. Niet de Crooswijkse, maar één in mijn eigen buurt. Het zou een half uur lopen zijn. Na twintig minuten ben ik de weg kwijt. ‘De begraafplaats? Daar vraag je me wat. Wacht effe, nou ben ik zelf de kluts kwijt. O ja. Je ken lopen, je ken ook de tram pakken. Het is die straat. Helemaal uitlopen, bij de kruising naar links en dan zie je het vanzelf. Maar tis nog wel een stukkie hoor. Zeker twintig minuten. Daarvoor zeg ik: je ken ook de tram pakken.’
Ik loop de straat uit, ga bij de kruising linksaf, loop weer een tijdje rechtdoor en ontwaar aan de linkerkant eindelijk het rode hek van de begraafplaats. Wanneer ik de hekken gepasseerd ben loop ik over een brede asfaltweg. Ik word ingehaald door een veegwagen van de gemeente en daarna door een auto met aanhangwagen ‘voor al uw marmer en graniet’. Na iets wat een eeuwigheid lijkt, kom ik uit op een enorme rotonde. In het midden een ster gevormd door lage haagjes. Eromheen een soort pilaren, gevormd door grote hagen. Ik heb nog steeds geen graf gezien. Ik kies een zijpad en loop langs een kaarsrechte, metershoge omheining. Eindelijk bereik ik een rij graven. Ondertussen staat iemand de heggen vierkant te scheren. Een ander verwijdert dode bladeren en losse takjes. De doden hebben hier weinig rust. En het is blijkbaar niet de bedoeling dat je aan vergankelijkheid herinnerd wordt. Of dat je inziet dat het leven zijn eigen gang gaat. Als de heg niet vierkant groeit, dan help je hem een handje. Op mijn wandeling langs de eindeloze rijen graven kom ik maar één andere bezoeker tegen. De doden liggen hier om te vergaan en te vergeten, lijkt het wel.
Vroeger werd er zelfs gepicknickt op de graven. Als je een tak onder je reet uit dacht te trekken kon het zo maar het middenhandsbeentje van je grootvader zijn. Wat is er in de tussentijd gebeurd? En hoe zijn we van daar naar hier geraakt?

Bronnen:
Ariès, P. (1983). The hour of our death. First edition. New York: Doubleday & Company, Inc.
Naafs, S. & G. van Eijck (2016). The 500 Hidden Secrets of Rotterdam. Antwerpen: Luster

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *