Zoeken naar stilte

Waar gaan we naartoe?

Waar gaan we eigenlijk naartoe? schreef ik in mijn eerste blogbericht. Nu, bijna een jaar later, moet ik je het antwoord schuldig blijven. Deze ongerichte opening leidde me langs mijn buren, de ouderen in het verpleeghuis en een onbekende vrouw op het station. Langs de begraafplaats op Zuid en het standbeeld van Deelder op de Binnenweg. Waar gaan we naartoe?

Wat is een beter moment om op die weg terug te blikken dan de vooravond van een nieuw jaar? Waar ik regelmatig tegenaan liep was het ontbreken van een rode draad. Waar schrijf ik nu eigenlijk over? vroeg ik me af. En waartoe? Maar misschien zit er wel meer verband in dan ik onderweg dacht.

Tijdens de laatste meditatiebijeenkomst van dit jaar, werd er gesproken over de volgende vraag: welke van je ‘ikken’ wil je vooraan in de bus zetten? Wie zet je achter het stuur? Je ondernemende ik, je afwachtende ik, je nieuwsgierige ik? Om eerlijk te zijn werd ik er onpasselijk van. Misschien was het de metafoor van het leven als bus, waar je ‘ik’ (of één van je ‘ikken’) controle over heeft. Maar ik geloof dat het iets anders was. Iedereen die mediteert, en ik beledig er hiermee vast een aantal, komt met een worsteling. Waarom zou je die worsteling (wat die ook moge zijn) met een andere worsteling beantwoorden (de opgave om de ideale bestuurder te kiezen en die op de plaats van de buschauffeur te krijgen)?
In de film As it is in heaven vertrekt de zieke en overspannen dirigent Daniel Daréus naar zijn geboortedorp om tot rust te komen. Tot zijn grote wanhoop is er van rust weinig sprake – alle dorpelingen lijken wat van hem te willen. Hij probeert het af te houden en zegt steeds: ‘ik kom alleen om te luisteren’. Maar niemand lijkt het te horen. Als mijn leven inderdaad een bus vol ‘ikken’ is, waarvan één ik de weg bepaalt, dan wil ik alleen maar kijken. Kijken naar al die ‘ikken’ en luisteren naar wat ze te zeggen hebben. Terwijl ik tijdens de verdere meditatiebijeenkomst nadacht over al mijn ‘ikken’, realiseerde ik me dat ik geen verlangen koester om één van hen naar voren te forceren. Ik realiseerde me ook waar ik wel naar verlang: verstilling. En ik meen dat dit verlangen een rode draad vormt door alle stukjes die ik schreef. Soms expliciet, soms meer verborgen. Waar gaan we naartoe? Op weg naar verstilling.

Kun je stil worden, te midden van het gefeest en geruzie van je buren? Te midden van het rumoer van een drukke stad? Stil, terwijl er van alles moet? Van werken, tot op bezoek bij je oma en van boodschappen doen tot je rekeningen betalen? Of ben je voor echte stilte genoodzaakt om je uit ‘het wereldse’ terug te trekken en in te treden in een klooster?
In de huidige westerse wereld is het heel moeilijk om lange tijd stil te zijn op de plek waar je woont – mensen bellen op, komen langs, willen je stem werven; de postbode heeft een handtekening nodig, Jehova’s getuigen kloppen aan, iemand moet de meter aflezen; de melk is op dus je moet nieuwe kopen en de vrouw van de dorpswinkel begint een praatje. Sterker nog, het is onmogelijk.* schrijft Sara Maitland in Stilte als antwoord. Is het echt onmogelijk? En moet het stil zijn om je heen, om stilte te kunnen ervaren? Moet je daar zelf je mond voor houden? Dat zou betekenen dat stilte maar voor weinig mensen is weggelegd. Alleen voor mensen die genoeg geld hebben om niet te hoeven werken en een huis in de verlatenheid kunnen kopen (iemand als Maitland zelf dus). Of voor mensen die de wens en de moed hebben hun bestaan de rug toe te keren en zich terug te trekken in bijvoorbeeld een klooster. Ik beschik over geen van beide; ik heb noch genoeg geld, noch de wens om mijn huidige bestaan de rug toe te keren. Maar ik ben niet bereid om mijn verlangen naar stilte op te geven.
Ik ben ervan overtuigd dat we als samenleving iets bijzonders aan het verliezen zijn in onze steeds meer stilte-mijdende cultuur en dat deze stilte, wat die ook mag zijn, op de een of andere manier moet worden vastgehouden, gekoesterd en ontrafeld*, schrijft Maitland. Ik ben het met haar eens, al weet ik niet precies wat we dan aan het verliezen zijn. In haar zoektocht naar de betekenis van stilte verklaart Maitland dat ze ‘de stadsvariant van stilte’ nooit serieus heeft overwogen, maar diepe bewondering heeft voor degenen die daarmee overweg kunnen.
Ik heb me voorgenomen om het komende jaar de stadsvariant van stilte te onderzoeken, in de hoop dat stilte niet alleen is weggelegd voor monniken.

Waar gaan we naartoe? Om mijn zoektocht enige richting te geven heb ik een kader gekozen. Al zolang ik samenwoon staat er een rood gebonden boek met gouden opdruk in de kast: Sint Benedictus’ regel voor monniken – een boek met regels voor het leven in een klooster. Opgesteld door Sint Benedictus, vermoedelijk rond het jaar 529. Een aandenken aan de gezamenlijke verblijven van mijn vriend en zijn vader in de Sint Paulusabdij.
Om ergens bewust mee bezig te zijn en te blijven heb ik een houvast nodig, weet ik inmiddels. Ik kies daarvoor Regel voor monniken, om de simpele reden dat het al die tijd al in onze kast staat en ik nieuwsgierig ben. Een jaar lang zal ik eens per week een hoofdstuk bespreken (en zo nu en dan twee tegelijk omdat het in totaal 72 hoofdstukken zijn). Is er iets van het teruggetrokken kloosterleven terug te vinden in het alledaagse, werkzame leven dat zich afspeelt in een drukke stad? Is er iets van de regels voor de monniken behulpzaam voor het leven van een niet-religieuze vrouw, 1500 jaar na het neerschrijven van die regels? Is het mogelijk om stilte te vinden, buiten de verlatenheid?

Wees welkom om mijn zoektocht wekelijks te volgen, of kom op 31 december 2020 terug voor de conclusie.

* Maitland, Sara (2010). Stilte als antwoord. Schiedam: Scriptum

4 Comments

  • eddy

    John Cage stond in een echoloze cel
    en hoorde twee geluiden.

    Het hoge was zijn zenuwstelsel,
    het lage was zijn bloedsomloop.

    Er is geluid zolang je leeft,
    er zal geluid zijn na je dood.

    Voor de muziek, schreef Cage in Silence,
    is er daarom nog alle hoop.

    Jan Eijkelboom

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *