Het was even zoeken, maar ook Benedictus schrijft over ziekte en wel in hoofdstuk 36 van Regel voor monniken. Benedictus rept met geen woord over de bescherming van de eigen gezondheid door het hamsteren van genees- en beschermingsmiddelen. Hij roept ons daarentegen op om zieken te bezoeken en te verzorgen. Dit in navolging van Christus die gezegd heeft: ‘ik was ziek en gij hebt mij bezocht’ (Mattheüs 25: 36). ‘De abt’, schrijft hij, ‘moet (…) de grootste zorg aan de dag leggen om te voorkomen dat de zieken onder enige verwaarlozing te lijden hebben.’ Als Benedictus iets van deze tijd meekrijgt, draait hij zich om in zijn graf. Onze abt (het RIVM) sommeert ons juist om binnen te blijven en niet in de buurt te komen van zieken, ouderen en ‘zwakken’.
Mensen die zeggen dat dit ‘ook een heel erg mooie tijd is’, nodig ik graag een dagje uit in het verpleeghuis. Ik laat ze graag zien hoe mevrouw D. in tranen uitbarst als haar zoon boodschappen komt brengen en even naar haar zwaait vanachter de glazen schuifdeuren, die al een week niet zijn opengegaan.
Ik hoor ook veel mensen zeggen dat nu eindelijk de vraag gesteld wordt naar wat echt belangrijk is. Ik heb juist sterk de indruk dat we die vraag hebben overgeslagen. Niemand heeft aan mij, of mevrouw D., gevraagd wat we liever hebben:
A. Quarantaine en beperking van besmettingsgevaar.
B. Sociaal contact en besmettingsgevaar.
Het hele maatschappelijke leven wordt lam gelegd en we doen allemaal braaf mee (nou ja, bijna allemaal dan). Gezondheid gaat voor alles. En gezondheid betekent blijkbaar: het virus op afstand houden. Maar is gezondheid niet ook verbonden met sociaal contact, zinvolle bezigheden, plezier, bewegingsvrijheid, niet bepaald worden door angst en paniek? Ik kan verschillende ouderen noemen die sociaal contact zo belangrijk vinden dat ze het risico op corona voor lief zouden nemen. Ouderen die liever dat risico nemen dan dat ze hun kinderen niet meer kunnen zien. Want wie weet hoe lang mevrouw D. nog te leven heeft?
Ik bedoel niet dat we alle regels op moeten schorten en de verpleeghuizen open moeten gooien. Ik bedoel dat we ons écht af moeten vragen wat werkelijk van belang is, en voor wie. Misschien komen we daarna wel tot de conclusie dat verpleeghuizen inderdaad dicht moeten (en wat al niet meer). Maar laat ons in Benedictus’ naam eerst die vraag stellen.