Er razen een paar auto’s voorbij. Het buurjongetje moet zijn bord leeg eten. Lekker eten, lekker eten, hap, hap, hap… Een groep meeuwen is een picknick begonnen op een opengetrokken vuilniszak. Steeds meer vogels cirkelen naar beneden om te delen in de feestvreugde. Ze lijken elkaar te roepen, maar jagen elkaar ook weer weg als er iets lekkers is gevonden. Een man roept iets door zijn telefoon. Ergens blaft een hond. Twee jongens trappen tegenwind, op krakende fietsen. ‘Ai , ai, ai, valt tegen die kankerfiets!’ roept de een tegen de ander. Twee buren komen elkaar tegen, terwijl ze de hond uitlaten. Ze maken een praatje over de verwachte storm.
En het enige wat ik probeer te doen is een oefening van Anselm Grün. ‘Je laten vervullen door de stilte van de nieuwe dag’, heet de oefening:
Open ’s morgens, nog voordat je een woord hebt gezegd, een raam, adem diep in en voel de nog ongebroken stilte en de puurheid van de nieuwe dag. Neem de stilte en de helderheid van de morgen dankbaar in je op en bewaar ze zo lang mogelijk in je hart.*
Het moge duidelijk zijn dat Grün niet op Rotterdam-Zuid woont. En dan heb ik het raam niet eens open gedaan en het rustigste moment van de week gekozen (zondagochtend). ‘Ik heb me voorgenomen om het komende jaar de stadsvariant van stilte te onderzoeken, in de hoop dat stilte niet alleen is weggelegd voor monniken,’ schreef ik in mijn eerste bericht van dit jaar. Nu er bijna een maand voorbij is, is het tijd voor een pas op de plaats. Het vergroten van stilte in mijn alledaagse leven valt me niet mee. Sara Maitland onderzoekt in A book of silence manieren om de stilte die zij in afzondering ervaart, ook in haar dagelijks leven toe te laten. Een van de dingen die zij aanraadt is lezen over stilte om je begrip te vergroten, stille plekken opzoeken en wandelen wanneer het stil is en je weinig mensen tegen kunt komen. Ook Maitland woont duidelijk niet in een drukke stad. Stille plekken zijn moeilijk te vinden en wandelen zonder veel mensen tegen te komen lukt alleen midden in de nacht. Lezen over stilte gaat prima, maar het valt het me op dat er vooral geschreven wordt over de afwezigheid van geluid, rustige plekken, meditatie, gebed, het opzoeken van afzondering. Ik vind weinig aanwijzingen voor stilte zoeken te midden van drukte.
Toen ik lang geleden een cursus mindfulness volgde, zaten we in een stille ruimte, op een kussen, een bankje of een stoel. We deden verschillende oefeningen en langzaam werd ik me bewust van de pokkeherrie in mijn eigen hoofd. De over elkaar buitelende gedachten, de gevoelens die gedachten opriepen, of gedachten die gevoelens opriepen… Het was doodstil in die ruimte, maar ik geloof niet dat ik eerder getuige was van zo veel herrie.
Afzondering en actief de stilte opzoeken (in de zin van afwezigheid of beperking van geluid), helpt mij inmiddels om me beter te verhouden tot de drukte die op zo’n moment zal volgen. Maar ik geloof niet dat de afwezigheid van geluid, de aanwezigheid van een uitgestorven landschap of de sereniteit van een klooster, absoluut noodzakelijk zijn voor het ervaren van (innerlijke) stilte. De onrust die gevoeld wordt door het waarnemen van geluid wordt volgens mij veroorzaakt door je wens die geluiden niet te horen. Misschien kunnen we stilte ervaren als we onszelf erin oefenen de geluiden om ons heen te aanvaarden. Dus:
Open ’s morgens, nog voordat je een woord hebt gezegd, een raam, adem niet te diep in (denk aan de smog) en voel hoe de relatieve stilte van de nacht plaats heeft gemaakt voor de geluiden van de nieuwe dag. Luister naar de auto’s, de buren, de rammelende kankerfietsen. Neem de bedrijvigheid van de morgen in stilte in je op voordat je zelf ook herrie gaat maken.
* Leven uit de stilte door Anselm Grün